check lock tag facebook briefcase angle-double-left angle-double-right angle-left angle-right bank linkedin twitter star

Een ervaring met een leeg bereden bedrijfswagenband en hoe te handelen?

18 juli 2024

Regelmatig worden bandenservicebedrijven geconfronteerd met een bedrijfswagen waarbij een van de banden leeg bereden blijkt. Zo kreeg een VACO-lid recent een wagen met zo’n band (één van de vier gemonteerde trekasbanden) binnen. De chauffeur gaf aan dat deze al enkele kilometers leeg bereden was. Oorzaak vormde een defect ventiel. De ervaren monteur demonteerde de band-wielcombinatie van het voertuig en demonteerde vervolgens de band van het wiel. Uitvoerig onderzoek van de band aan zowel de binnen- als de buitenzijde leverde geen enkel schadebeeld op als gevolg van het rijden met een aanzienlijke onderspanning of zelfs leeg bereden zoals in dit geval. 

De band werd vervolgens op het montage apparaat op het wiel gemonteerd en tot 1,5 bar opgepompt. Daarna werd de band in de bandenkooi tot 9 bar opgepompt. Vervolgens werd de band-wielcombinatie gemonteerd onder het voertuig. Het voertuig had nog geen 50 meter gereden of er volgde een geweldige klap. Producten in de klantenruimte/showroom van het bandenservicebedrijf bleken zelfs van de stelling op de grond beland. Dat was schrikken! Stel dat dit 5 minuten eerder was gebeurd (b.v. tijdens de montage van de band-wielcombinatie aan het voertuig)? 

VACO constateert op basis van gesprekken met verschillende bandenservicebedrijven dat het steeds moeilijker wordt om banden te beoordelen op schade als gevolg van onderspanning / leeg berijden. De uiterlijke kenmerken van de schade als gevolg van onderspanning zoals olifantenhuid, marmering, beschadiging van de innerliner, verkleuringen van bijvoorbeeld de binnenzijde van de hiel of dat de band ruikt naar verbrand rubber zijn in bepaalde gevallen niet of nauwelijks waarneembaar. Daarom heeft VACO een advies geformuleerd hoe om te gaan met bedrijfswagenbanden die met  onderspanning of zelfs leeg bereden binnenkomen. VACO adviseert u dit vriendelijk doch dringend met uw medewerkers te bespreken. 

Advies: hoe te handelen bij bedrijfswagenbanden met onderspanning
Als een band met onderspanning binnenkomt:
Aangezien moderne banden zich moeilijker laten ‘lezen’ is het steeds belangrijker om bij de klant/chauffeur nog meer informatie over de band op te halen:
•    Hoe lang is er met onderspanning gereden (TPMS-signaal)?
•    Hoe groot was de onderspanning (meer of minder dan 25% – circa 2 bar bij bedrijfswagenbanden) ten opzichte van de gebruiksspanning? 
•    Is dit bij deze band al vaker voorgekomen?
•    Hoe vaak is deze band bijgepompt? 

Bij beperkte onderspanning
Als een band onder een voertuig gemonteerd is of als een klant een band aanlevert met een onderspanning tot maximaal 25% (bij bedrijfswagenbanden dus maximaal circa 2 bar) ten opzichte van de gebruiksspanning, dan moet de buitenzijde van de band grondig worden beoordeeld. Als de band geen schade heeft en geen kenmerken heeft van rijden met onderspanning, kan deze bijgepompt worden. Hierbij moet je een veilige afstand van de band aanhouden van minimaal drie meter vanaf het profiel van de band en de persoon die de band oppompt moet in de richting van het profiel staan. Gebruik, om de minimale drie meter afstand te kunnen hanteren en het gevaar van het losschieten van de pompnippel te voorkomen, bij het oppompen bij voorkeur een zelfklemmende pompstok met klik-sluiting. 

Grotere onderspanning
Als een band onder een voertuig gemonteerd is of als een klant een band aanlevert met een grotere onderspanning dan 25% (bij bedrijfswagenbanden dus meer dan 2 bar) ten opzichte van de gebruiksspanning:

  • Is de band leeg bereden? Overtuig je klant dat deze band niet meer ingezet mag worden en voer deze band af als schrot. Om er zeker van te zijn dat deze band niet meer (per vergissing of door het ontbreken van kenmerken van onderspanning) opnieuw wordt ingezet, maak je deze (met toestemming van de klant) onbruikbaar door in de wang een gat te boren, een stuk uit de hiel te snijden of op het profiel of de zijwand van de band ‘XXX’ te vermelden.
  • Is de band niet leeg bereden? Dan wordt de band altijd van het wiel gedemonteerd en wordt de band grondig zowel in- als uitwendig beoordeeld op schade/inrijdingen en kenmerken van onderspanning (olifantenhuid, marmering, beschadiging van de innerliner, verkleuringen van bijvoorbeeld de binnenzijde van de hiel of dat de band ruikt naar verbrand rubber). Ook moet het wiel op schade / lekkage worden beoordeeld.

          o   Als de band geen schade/inrijdingen heeft en geen kenmerken van met onderspanning rijden, dan kan de band op het montageapparaat op een wiel
               worden gemonteerd en tot 1 bar bij meerdelige wielen en tot 1,5 bar bij enkeldelige wielen worden opgepompt.

        o     Daarna pomp je de band op in de bandenkooi. Extra veiligheid realiseer je door de (automatische) pompklok bij de montagespanning maximaal één
               bar hoger in te stellen dan de uiteindelijke gebruiksspanning (bij bedrijfswagenbanden nooit hoger dan 10 bar). Nadat je deze hogere
               montagespanning bereikt hebt, laat je een deel van de lucht er weer uitlopen tot je de gebruiksspanning hebt bereikt. Luister en kijk naar de band en
               blijf deze in de gaten houden.

       o      VACO adviseert de band om veiligheidsredenen daarna 5 minuten in de bandenkooi te laten staan. In de eerst 5 minuten is de kans op een klapband
               immers het grootst. 

Band/wiel controleren op lekkage
Als de indruk bestaat dat bij een band-wielcombinatie sprake is van lekkage dan handel je als volgt:

  • Demonteer de band van het wiel
  • Controleer de band grondig zowel in- als uitwendig op schade/inrijdingen en lekkage
  • Controleer het wiel op schade en lekkage

Als er geen lekkage geconstateerd wordt 

  • Monteer je de band met het montageapparaat weer op het wiel en pomp je de band op tot 1 bar bij meerdelige wielen en tot 1,5 bar bij enkeldelige wielen.
  • Daarna pomp je de band op in de bandenkooi. Extra veiligheid realiseer je door de (automatische) pompklok bij de montagespanning maximaal één bar hoger in te stellen dan de uiteindelijke gebruiksspanning (bij bedrijfswagenbanden nooit hoger dan 10 bar). Nadat je deze hogere montagespanning hebt bereikt, laat je een deel van de lucht er weer uitlopen tot je de gebruiksspanning bereikt. Luister en kijk naar de band en blijf deze in de gaten houden.
  • VACO adviseert de band om veiligheidsredenen daarna 5 minuten in de bandenkooi te laten staan. In de eerst 5 minuten is de kans op een klapband immers het grootst.
  • Laat vervolgens je de band leeglopen tot 50% van de normale bandenspanning.
  • Daarna controleer je de band-wielcombinatie op lekkage via een spray of via een waterbak. Let op: pomp een band onder geen beding bij wanneer deze zich in een waterbak bevindt! 

Meer informatie 
Neem contact op met Arie Verhoef, senior beleidsmedewerker kwaliteit, arbo & milieu: info@vaco.nl of 071-568 69 70