De GPSR – productveiligheidsverordening
De “General Product Safety Regulation” (oftewel: EU-Verordening 2023/988 - zie link) is op 30 maart 2023 aangenomen en geldt vanaf 13 december 2024. Het doel van deze verordening is om er zorg voor te dragen dat consumentenproducten in Europa veilig zijn. In de Verordening staan regels opgenomen waaraan ‘marktdeelnemers’ zich moeten houden. Voor deze verschillende marktdeelnemers (fabrikanten, gemachtigden, importeurs, distributeurs en fulfilmentdienstverleners) gelden extra strenge eisen.
De Basis
De basis van het systeem komt in artikel 5 van de Verordening naar voren. Die schrijft voor dat “Marktdeelnemers zijn gehouden uitsluitend veilige producten in de handel te brengen of op de markt aan te bieden”. Kort samengevat komt de Verordening erop neer dat alle marktpartijen in de ‘keten’ tot aan de consument, verplicht zijn om na te gaan of een product veilig is, voldoende traceerbaar is én geleverd wordt met duidelijke (veiligheids-/gebruiks)instructies, met vermelding van de gegevens van de fabrikant en (eventuele) importeur.
Deze verplichtingen gelden zowel voor de online, als de offline-handel van producten, waarbij onder een ‘product’ in deze Verordening wordt verstaan; alle producten die ‘bestemd zijn voor of waarvan redelijkerwijs mag worden verwacht dat ze door consumenten kunnen worden gebruikt’. Overigens, de eisen in deze Verordening gelden ook voor tweedehands en/of gebruikte producten.
Is een product door bijvoorbeeld de RDW onderzocht én veilig bevonden (personen- en bestelwagenbanden zijn dan voorzien van de E-keur vermelding en bij wielen die voldoen aan Reglement nr. 124 (VN/ECE) – dan schrijft de Verordening voor dat daarmee (tenminste) is voldaan aan artikel 5. Zolang het product niet wordt veranderd, wordt het als ‘veilig’ aangemerkt, omdat het product voldoet aan een ‘relevante Europese of nationale norm’.
De Verordening legt vervolgens (aanvullende) verplichtingen op aan de diverse marktpartijen, die hierna behandeld zullen worden:
De Fabrikant
De Fabrikant (artikel 9 van de Verordening) is feitelijk de spil in het web en staat aan de basis van de keten. Als ‘fabrikant’ onder deze Verordening wordt niet alleen de organisatie aangemerkt die een product op de markt brengt, maar ook die onderneming die wijzigingen aanbrengt aan het product.
Vooropgesteld moet de fabrikant er zorg voor dragen, dat het product wordt ontworpen én geproduceerd volgens de algemene veiligheidseisen. De fabrikant zal een kwaliteitssysteem moeten hebbe waarbij wordt toegezien op de kwaliteit en veiligheid van de producten in het bedrijfsproces.
De fabrikant moet daarnaast specifieke documenten opstellen en deze 10 jaar bewaren. Deze documenten zien toe op de interne risicoanalyse en technische documentatie van het product (een ‘technisch dossier’). Meer concreet staat hierin tenminste opgenomen; een algemene beschrijving van het product en de essentiële kenmerken ervan die relevant zijn voor de beoordeling van de veiligheid (afhankelijk van de redelijkerwijs te verwachten risico’s).
Op -en als dat niet kan- bij het product, moeten duidelijke instructies en veiligheidsinformatie (in begrijpelijke Nederlandse taal) worden meegeleverd – eventueel digitaal, middels een QR-code. Bij het product dient tevens een ‘duidelijke gebruiksinstructies’ toegevoegd te worden, tenzij dit ‘niet noodzakelijk is voor het gebruik’. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het belang van de correcte bandenspanning en (risico’s als gevolg van) schade en slijtage.
Om de producten ‘traceerbaar’ te maken, moet een fabrikanten zijn producten voorzien van bijvoorbeeld een serie- of partijnummer. Dit mede met het oog op terugroepacties en/of veiligheidsissues.
Tenslotte moet de fabrikant zijn (handels)naam en de contactgegevens op het product vermelden én een ‘openbaar communicatiekanaal’ opzetten waar ongevallen of veiligheidskwesties over het producten gemeld kunnen worden.
Komt een fabrikant tot de conclusie dat een product onveilig is – dan moet hij actie ondernemen. O.a. door hiervan een melding te maken bij de Safety Business Gateway en een terugroepactie op te zetten.
De Gemachtigde
De fabrikant (van binnen of buiten de EU) kán een gemachtigde (art 10 van de Verordening) aanwijzen, die bepaalde taken van de fabrikant overneemt. Als een gemachtigde (met een bepaald mandaat) wordt aangewezen, is en blijft de fabrikant verantwoordelijk voor de productveiligheid. Een gemachtigde moet in de EU gevestigd zijn.
Feitelijk zal de gemachtigde de contactpersoon van de (Nederlandse) autoriteiten zijn en geacht worden mee te werken aan verzoeken van de markttoezichthouders.
De Importeur
Als importeur (art 11 van de Verordening) wordt aangemerkt, de onderneming die een product de EU invoert. Daarmee is de importeur verantwoordelijk voor de veiligheid van de producten die hij importeert en in de handel brengt.
De importeur moet feitelijk controleren of de fabrikant aan zijn eisen heeft voldaan én of het product (daarmee) voldoet aan artikel 5 van de Verordening. Komt de importeur tot de conclusie dat dit niet het geval is, dan mag hij het product niet (verder) in de handel brengen.
Naast deze controlefunctie, moet de importeur (óók) zijn contactgegevens op het product vermelden én ‘duidelijke gebruiksinstructies verstrekken’ (tenzij de fabrikant heeft aangegeven, dat ook zonder die instructies het product veilig te gebruiken is). Daarnaast moet de importeur controleren of de fabrikant inderdaad een communicatiekanaal binnen de EU heeft opgezet voor klachten.
Los hiervan rust op de importeur de (logische) taak om erop toe te zien dat opslag- of vervoersomstandigheden er niet toe leiden dat de producten niet meer voldoen aan de veiligheidseisen.
De Distributeur
Van de distributeur/verkoper die het product op de markt brengt (art 12 van de Verordening), wordt vervolgens verwacht te controleren of de fabrikant én de (eventuele) importeur aan hún verplichtingen hebben voldaan (zie hiervoor). Let op – koop je het product in van buiten de EU, dan ben je volgens de Verordening een Importeur. Breng je het op de markt onder je eigen naam, dan word je (zelfs) gezien als de fabrikant.
De distributeur controleert dus feitelijk of het product voldoende veilig is (artikel 5 van de Verordening) en of het is voorzien van de contactgegevens van de fabrikant (en de eventuele importeur), of het product traceerbaar is en of de vereiste documentatie en informatie (gebruiksinstructies en veiligheidsinfo) erbij wordt geleverd.
Bij twijfel daaraan en/of aan de veiligheid, mag de distributeur het product niet op de markt brengen.
De fulfilmentdienstverleners aanbieders van online marktplaatsen
Fulfilmentdienstverleners of aanbieders van een online marktplaats zijn zelf géén eigenaar van de producten, maar op hen rusten volgens deze Verordening wel extra (veiligheids)eisen.
en fulfilmentdienstverlener verricht tenminste 2 van de volgende taken; opslag, verpakking, adressering en/of verzending van producten voor bedrijven zoals webshops en importeurs. Hiervan zijn algemene postvervoerders uitgezonderd. Is er geen EU-verantwoordelijke voor het product aan te wijzen, dan gelden de eisen voor de fabrikant of importeur ook op deze fulfilmentdienstverlener.
Een aanbieder van een online marktplaats - waar andere marktaanbieders producten op kunnen plaatsen - moet ervoor zorgen dat de aanbieders de wettelijke verplichte informatie kunnen plaatsen bij het product. Ook moet de aanbieder zich registreren in het Safety Gate Portal én zorgen voor interne productveiligheidsprocedures. Ook aan de informatie over het product worden eisen gesteld – o.a. het vermelden van de contactgegevens van de fabrikant en eventuele importeur, maar ook de relevante gebruiks- en veiligheidsgegevens.
Verkoop op afstand
Ook bij ‘verkoop op afstand’ (art 19 van de Verordening) gelden feitelijk dezelfde eisen als voor de distributeur, echter moet de verkoper bij het aanbod (extra) informatie verstrekken, zoals zijn contactgegevens, gegevens van de fabrikant ( en eventuele importeur), serie/partijnummer van het product en melding maken van alle waarschuwingen en/of veiligheidsinformatie.
Kortom
Op óf bij elk product moet de informatie worden geleverd, zoals vereist (zie hiervoor). Kan of lukt dat niet óp het product (evt. i.v.m. veiligheid) dan moet dit bij het product worden meegeleverd. Ook de gegevens van de ‘achterliggende’ marktpartijen van het product dienen bekend te zijn, als onderdeel van de te vermelden informatie – in het bijzonder de gegevens van de fabrikant en eventuele importeur.
Dit geldt voor producten (nieuw of tweedehands) waarvan redelijkerwijs mag worden verwacht dat ze door consumenten kunnen worden gebruikt.
Producten die niet aan de eisen van deze Verordening voldoen, mogen in de Europese Unie niet op de markt worden gebracht en veiligheidsissues moeten gemeld worden bij de Safety Business Gateway.